Nog eentje :-)

In de zomer nam ik met Elysion deel aan de schrijfwedstrijd van Schrijverspunt De Rode Koffer. Helaas niet gewonnen – maar wel geselecteerd voor publicatie!

Hier kan je het boek bestellen – er staan 50 korte verhalen in!

Elysion maakt deel uit van de Etudes littéraires die ik in de zomer van 2018 schreef, en deze ultrashort lezen kan hier.

Zes winnaars in een boekje

Bij uitgeverij Ambilicious krijg je voor 5€ de zes winnende verhalen van de Ward Ruyslick Prijs voor Kortverhalen 2020. Met commentaar van de jury erbij.

Allen daarheen!

Of lees, de na lezing van het commentaar van de jury aangepaste versie van Een man, een vrouw hier.

Feest!

Verleyns recentste kortverhaal  Een man, een vrouw heeft de derde plaats gewonnen in de Ward Ruyslink Kortverhalen Wedsrijd 2020!

Vandaar dat ik een mooi boeket bloemen, coronaproof afgeleverd in naam van uitgeverij Ambilicious en, kers op de taart en per post en met complimenten van zowel Monika Macken, weduwe van Ward Ruyslinck als Frits de Vries, auteur van de Ward Ruyslinck biografie Dubbelleven het boek op de foto hierboven cadeau kreeg vandaag. Als dat geen feestje waard is! Volgende week volgt het kortverhaal zelf in gedrukte vorm – ik hou jullie op de hoogte.

Een man, een vrouw

Ik wacht op een ander, zei de man. De vrouw knikte en zei: Ik wacht op niemand meer. Ze spraken af zich aan elkaar te laven, hij zou haar soelaas en zij zijn adempauze zijn. Amour charnel, rauw vlees en passie, lust – geen verwachtingen, geen roze franjes. Hun pact werd beslecht in een café bij haar om de hoek. Hij kwam groot en rijzig binnen, een en al arrogantie, praatte veel en kon dat goed. Onderwijl ijkte hij haar lijf – haar borsten, billen, benen. Zij zei niet veel, zocht, schijnbaar bedaard, houvast, standvastigheid. Keek in zijn ogen, onderzocht zijn blik. Beeldde zich de aanraking van zijn handen in. Wat denk je, vroeg hij na een tijdje, vinden wij elkaar flatteus genoeg? Ja, zei zij, ik denk het wel, en voegde eraan toe: Zullen we? Graag, zei hij. Ze leidde hem de straat door, opende de voordeur en ging hem voor de trap op en haar kamer in. Naast het bed bleef ze staan en keek hem afwachtend aan. De zomerzon schemerde door de dichtgetrokken gordijnen, er viel een streep licht op haar gezicht. Als een paspop viel zij in zijn armen en hij – grommend, gretig, gulzig, fel – kuste en ontkleedde, streelde en beminde haar. Kom nog even bij me liggen, zei hij op het eind en welwillend, haast barmhartig leek het haar, spreidde hij zijn armen uit. Hij zag niet dat ze huilde toen ze haar hoofd tegen zijn borstkas legde.

Lees “Een man, een vrouw” verder